Gedichtenwedstrijd Route 42

Jenneve Abano Aying

Geraardsbergen

ALS DE AARDE EEN VROUW WAS

Als de aarde een vrouw was
Dan zou ze niet lopen, maar zwemmen
In het diepblauwe van haar aderen
waar de koralen zuurstof uitsturen
naar haar hart,
de kern
En haar haren zouden het gras zijn waarop wij lopen,
donkergroen als haar ogen die gevuld kunnen zijn met mededogen
Bij het aanschouwen
van pijn
En schijnbaar hard
wanneer de dood er móet zijn

Maar volgens mij,
volgens mij zijn die ogen tegenwoordig gevuld
met verdriet
Omdat ze zichzelf niet meer in de mens ziet
Omdat ze de mens niet meer lijkt te herkennen
als een kind die ze moet verwennen,
want het kind vraagt. te. veel.
Haar huid
eens zo glad als fluweel
vertoont nu littekens talrijk en overal
De aarde moet meer werken
om tegemoet te komen aan een onmogelijk aantal
en dat aantal wilt alles voor zichzelf.

Dus vlucht de aarde van haar eigen lichaam,
iets dat ze jaren heeft gedaan
om toch maar die vraag in te vullen
die enkel aan haar wordt gesteld
We melken haar voorraden uit tot een leeg, bar veld,
een onvermijdelijk punt waar we niet meer terug van kunnen draaien
en wij als afhankelijke kinderen zullen doordraaien
zonder een moeder

En het stoort haar wanneer haar aderen vol zitten met plastiek
en haar haren zo droog zijn als riet
De ooit zo mooie vrouw is door zelfzuchtigheid in eeuwige rouw
en verpest door een kind dat verblindt is door zijn eigen noden

Zij heeft nood aan overstromingen,
aan tranen die nieuwe wegen banen om helemaal opnieuw te beginnen,
een stukje van haarzelf terugwinnen en haar hart verwarmen
terwijl ze blijft krabben aan haar armen waar
de schrammen bloed geven, de aarde lijkt te beven.

Zij is als een offer voor een mensenleven.