Gedichtenwedstrijd Route 42

Martina De Cuyper

Oosterzele

Slaap welgekomen.

Moedeloos
Radeloos
Ligt het kind in het kleine bed
Midden in de gang
Onder witte lakens.
Er op,
De lichtblauw geruite sprei.
In een lange niet verlichte gang Met gesloten deuren
Geen dokter te zien,
Geen witte schort
Als teken van leven.
Geen geluid
Geen woord
Geen roep
Over zijn lippen
Monddood
Enkel een traan die rolt
Bolt over zijn wangen
Opgerold is het lijfje
Verstopt onder het laken
Het smoort zijn snik.

Moedeloos
Radeloos
Sluit het ogen
Snikt snokt slikt
Snikt snokt snakt
Naar één mens,
Eén geluid.
Niemand die het hoort

Niemand die het ziet
Kind verdwijnend in het niet.

Sluipt langzaam slaap Als warme gloed
Om en rond het lijfje Neemt mee
Slaap welgekomen.