Jo Van Driessche
blak
ik zit hier nu wel
stil en blak en bloot
zo te zien
van kop tot teen
van vingerkoot tot stietebeen
lijfelijk aanwezig
maar eigenlijk
letter-lijk
van a tot z
monddood, gedempt, van zinnen beroofd
want
in de race van rat en rode stier en wit plezier
op de kakelbonte markt van wegwerpwisselwoedewaarde
in de dagelijkse telling van rodebloedlichamen
schijnt enkel nog
de schrille schreeuw van decibelkabaal
het drama van de vitusdans
de penetrante geur van oude stokebrand
voor waar, waarachtig waargenomen
rest slechts
een schaduw van mezelf
fantoompijn van het woord
het schokken van schouders
en als het doek valt
blijkt zelfs de lijfelijkheid
van dichter
bij mijn huidige bestaan
vergaan, een déjà vu
en in dit licht meer schouwtoneel
dan wat mijn lijf en leven
heeft verzwegen